CDNA Nieuwsberichten

CDNA-mededelingen: toelichting recente besluiten

14 september 2023  ·  Enno B Ebels & Thijs Fijen

Nieuw voor Nederland: Pijlstaartgierzwaluw en Siberische Waterpieper aanvaard

De commissie heeft onlangs twee nieuwe soorten voor Nederland aanvaard. De eerste betrof een Pijlstaartgierzwaluw Apus caffer die op 26 oktober 2022 door drie waarnemers werd gezien en gefotografeerd op Schiermonnikoog, Friesland. Hoewel de waarneming maar enkele minuten duurde en de lichtomstandigheden niet ideaal waren, bleken de beschrijving en foto’s voldoende om alle andere gierzwaluwen met een witte stuit uit te sluiten, inclusief een hybride Pijlstaartgierzwaluw x Huisgierzwaluw A caffer x affinis (waarmee rekening moet worden gehouden sinds dit type hybride in Spanje is gedocumenteerd; Dutch Birding 45: 244-250, 2023). Op basis van de vorm van de buitenste staartpen en enkele subtiele kleedkenmerken kon de vogel als eerstejaars worden gedetermineerd. Pijlstaartgierzwaluw is extreem zeldzaam als dwaalgast in Noordwest-Europa, maar eind oktober is een periode met een klein piekje aan gevallen en de vele 10-tallen Vale Gierzwaluwen A pallidus in Nederland in de laatste week van oktober gaven aan dat er sprake was een uitzonderlijke influx van gierzwaluwen uit het zuiden, waarbij deze vogel de jackpot vertegenwoordigde. In het komende nummer van Dutch Birding (45-5) verschijnt het gevalsartikel over deze vogel.

De Siberische Waterpieper Anthus rubescens japonicus die zich van 7 februari tot 17 maart 2023 liet zien in de Hoeksche Waard, Zuid-Holland, was in veel opzichten een tegenovergesteld geval: langdurig aanwezig, door enkele 100en vogelaars gezien, veel meer foto’s en desondanks veel lastiger om te aanvaarden. De soortbepaling (Pacifische Waterpieper A rubescens) was daarbij niet het probleem maar de ondersoortbepaling wel (keuze tussen Amerikaanse Waterpieper A r rubescens uit Noord-Amerika en Siberische Waterpieper A r japonicus uit Noordoost-Azië). Dit onderscheid is niet alleen interessant om de herkomst te bepalen, maar vooral omdat een split in twee afzonderlijke soorten in de (nabije) toekomst te verwachten is (Zootaxa 5343: 173-192, 2023). Op basis van verschillende kleedkenmerken zoals de subtiel aanwezige manteltekening, witachtige grondkleur van de onderdelen met afgetekende zwartachtige streping, markante zwarte ‘driehoek’ als uitloper van de baardstreep, zuiver witte kleur van de vleugelstreep en donkerroze pootkleur, oordeelde de commissie dat Amerikaanse met voldoende zekerheid kon worden uitgesloten. De enige geluidsopname liet een roep horen die wat structuur betreft ook het beste past op Siberische, maar omdat de vogel tijdens de opname niet in beeld was, is de opname niet met zekerheid te koppelen aan de vogel in kwestie. Siberische Waterpieper is overigens een stuk zeldzamer als dwaalgast in Europa dan Amerikaanse; Siberische kent vooral wintergevallen uit het Midden-Oosten en wordt zelden verder westelijk gezien. In het komende nummer van Dutch Birding (45-5) verschijnt het gevalsartikel over deze vogel en wordt de ondersoortdeterminatie uitgebreid behandeld. 

Enno B Ebels & Thijs Fijen