Rosse Gors 1 · 0 · 0
Emberiza rutila · Chestnut Bunting
CDNA beoordeelsoort: ja
Broedt in Oost-Siberië, Rusland; overwintert van Myanmar oostelijk tot in Zuidoost-China
Behalve het eerste geval in Nederland waren er in 1800-1974 geen andere in West-Europa totdat een exemplaar opdook op Fair Isle, Shetland, Schotland, in juli 1974. De Britse dwaalgastencommissie besloot in 2009 om alle (toen inmiddels acht) Britse gevallen hun status van 'mogelijk wild' te ontnemen en ze te beschouwen als 'waarschijnlijk uit gevangenschap ontsnapt'. Daarmee bleven er toen voor Europa naast de Nederlandse vogel nog vijf over, alle in het najaar: in Noorwegen (oktober 1974), Malta (12 november 1983), Slovenië (10 oktober 1987) en Finland (september-oktober 2002). Later volgden meer gevallen van waarschijnlijk wilde vogels, in onder meer Frankrijk, Finland, Israël, Oostenrijk en de eerste 'wilde' voor Brittannië, een eerstejaars mannetje op Papa Westray, Orkney, Schotland, in oktober 2015. De herziening van alle dwaalgastgevallen door de CDNA in de jaren 1980-90 resulteerde erin dat het eerste geval van Rosse Gors werd gehandhaafd, waarbij de tijd van het jaar en de leeftijd een extra indicatie vormen voor een wilde herkomst.
| datum | prov / gemeente | |||
|---|---|---|---|---|
| 1. | 5 nov 1937 5 november 1937 | ZH | Wassenaar | |
