59, 94 · 27, 48 · 0

Middelste Bonte Specht

CDNA beoordeelsoort: nee
laatste jaar beoordeeld door CDNA: 1997

Dendropicos medius  ·  Middle Spotted Woodpecker

Broedt en overwintert in Midden-Europa, inclusief nabije gebieden in Duitsland en Wallonië.

Onregelmatige broedvogel, in de 20e eeuw niet vóór 1952 en niet in 1963-96. De pre-1980 gevallen zijn niet herzien. De soort wordt sinds 1 januari 1998 niet langer beoordeeld door de CDNA. Voor 1800-1949 worden hier alleen die specimens (zeven), waarnemingen (vijf exemplaren) en nesten (twee) opgenomen waarvoor Eykman et al (1936, 1949) voldoende informatie geeft over datum (ten minste maand en jaar) en plaats (ten minste provincie). De soort werd in ieder jaar in 1955-69 vastgesteld. Er is geen andere periode met gevallen in meer dan twee opeenvolgende jaren behalve 1921-23 en 1994-98. Het volledig ontbreken van de soort gedurende lange perioden van meer dan 33 jaren (1863-97) of 14 jaren (1924-39) is opmerkelijk. Ook in 1982-89 was er maar één geval. In de beoordeelperiode werden de meeste gevallen vastgesteld in december-maart. De soort is echter in alle maanden vastgesteld. Vrijwel alle gevallen kwamen van het midden, het oosten en het zuid-oosten. In 1952 en 1957-62 broedde de soort in Twente, Overijssel (cf Ardea 46: 86, 1958). Voor en na deze periode was hij ook in Overijssel zeldzaam. Op de Utrechtse Heuvelrug werden naast twee broedgevallen in de 19e eeuw te Zeist bovendien twee broedgevallen gemeld voor 1894 of 1895 te Amerongen (twee eieren verzameld, één in NNM; Org Club Ned Vogelkd 4: 146, 1932, LM 16: 102, 1943, Alleyn et al 1971). Geruchten van broedgevallen in Gelderland bleven ongedocumenteerd (cf Grotenhuis et al 1985, Lensink 1993) evenals in Twente in 1973 (Meijerink 1976). In 1997 werd voor het eerst gebroed in Midden-Limburg en Zuid-Limburg, niet ver van broedpopulaties over de grens in Duitsland (Hambacher Wald, Jülich, Nordrhein-Westfalen) en Wallonië. De Belgische broedpopulatie telde in 1993 ten minste 530 paren (Aves 30: 145-166, 1993). Hieronder volgt een bespreking per provincie.

Utrecht Het is opmerkelijk dat de soort in de 20e eeuw, toen er geen broedgevallen meer waren, nog zesmaal ‘s winters in Utrecht als dwaalgast is vastgesteld, in december 1914, maart 1960, maart 1961, maart 1969, december 1985-februari 1986 en januari-mei 1997.

Overijssel De eerste drie gevallen voor Overijssel waren in 1908-09 waarvan één te Ambt Delden waar meer dan 46 jaren later de soort tot broeden zou komen. Gedurende de Twentse broedperiode, in 1952-62, werd de soort viermaal op korte afstand van Twente vastgesteld: in Gelderland (1956, 1959, 1961) en Overijssel (1959). In de vijf jaar na het laatste Twentse broedgeval werd de soort nog af en toe zowel in de voormalige broedgebieden (voor het laatst in 1967) als vijfmaal elders in Gelderland en Overijssel gezien, inclusief tweemaal ‘s zomers te Winterswijk, Gelderland. Sindsdien zijn er in 1968-97 naast een claim van broeden in 1973 slechts twee gevallen voor Overijssel geweest, in 1977-78, met nog een melding in 1981 (cf Ficedula 21: 41-51, 1992). Het duurde tot de winter van 1997/98 voor weer een exemplaar in Enschede werd aangetroffen. Daarna nam het aantal in en rond Twente snel toe van 54 territoria in 2009 en 84 in 2010 tot (liefst) 270 in 2016.

Limburg Alle 17 Limburgse gevallen tot en met 1996 warenvan de 20e eeuw. De eerste drie waren in 1909 en 1922-23. Het eerste geval voor Zuid-Limburg was pas in 1960 (te Heerlen). Sindsdien waren er in Limburg vijf gevallen in 1960-69, één in 1973, twee in 1981 en vier in 1992-96. De meeste dateerden van oktober-maart. In 1994-96 kwam er een duidelijke toename in het aantal gevallen. Dit werd het eerst duidelijk in Zuid-Limburg, waar in 1996 vier exemplaren zouden zijn gezien, meer dan ingediend bij de CDNA (cf BW 9: 399,1996, LV 8: 74, 1997). In het voorjaar van 1997 werden op verschillende plaatsen in Midden-Limburg en Zuid-Limburg broedparen gemeld. Het zou daarbij gaan om meer dan 18 adulte, 10 territoria en drie nesten met ten minste 7 uitgevlogen jongen (cf LV 8: 74-77, 1997). In het voorjaar van 1998 werden minstens evenveel territoria gemeld voor Limburg (cf LV 9: 55-59, 1998) en ook in 1999 en 2000 broedde de soort in Midden-Limburg en Zuid-Limburg (LV 11: 6-13, 2000). Sindsdien nam het aantal broedparen in Limburg snel toe van 72 in 2006 en 104 in 2010 tot 202 in 2014. In 2010 werden bovendien zes paren aangetroffen in Noord-Brabant.

Gelderland  In de provincie Gelderland werden in 2009 18 broedparen geteld in de Achterhoek en werd de soort tevens aangetroffen op de Veluwe, waar het aantal territoria toenam van vijf in 2011 tot 75 in 2016.

Elders Met name in de winter van 1996/97 verschenen ook exemplaren in andere provincies. De twee meest noordwestelijke gevallen tot 1996 betroffen slecht gedocumenteerde zichtwaarnemingen in oktober 1898 te Scheveningen, Den Haag, Zuid-Holland, en in maart 1940 (twee) te Tytsjerksteradiel, Friesland. Voor Friesland bestaat er in FNM ook een onvoldoende gedateerd specimen van c 1965 uit Zwaagwesteinde, Dantumadeel (Johannes Fokkema in litt). Het geval van mei 1997 te Vogelenzang, Bloemendaal, was het eerste voor de meest noordwestelijke provincie, Noord-Holland. Een vogel op Ameland, Friesland, in 2010 was de eerste voor de Waddeneilanden.

Zeldzame vogels van Nederland [2001]; ABvdBerg [2016]

jaren | maanden | decades | verblijfsduur

datum prov, gemeente
1. 12 januari 1842 GE Berg en Dal
2. december 1855 GE Bronckhorst
3. 23 juni 1860 UT Zeist
4. 8 juli 1862 UT Zeist
5. 9 oktober 1898 ZH 's-Gravenhage
6. 5 september 1908 OV Raalte
7. 26 november 1908 OV Deventer
8. 20 januari 1909 LI Maasgouw
9. oktober 1909 OV Hof van Twente
10. 23 december 1914 UT Zeist
11. 1 september 1921 GE Apeldoorn
12. 15 februari 1922 LI Venlo
13. 11 oktober 1923 LI Bergen (L)
14. 22 maart 1940 FR Tytsjerksteradiel
15. mei 1952 OV Enschede
16. 20 april t/m 9 mei 1955 OV Hof van Twente
17. 21 juli 1955 OV Hof van Twente
18. 28 februari t/m 5 maart 1956 OV Hof van Twente
19. 24 maart t/m 29 mei 1956 OV Hof van Twente
20. 22 juni 1956 OV Hof van Twente
21. 14 september 1956 GE Voorst
22. januari t/m april 1957 OV Hof van Twente
23. april 1957 OV Hof van Twente
24. 17 juli t/m 24 december 1957 OV Hof van Twente
25. 2 oktober 1957 LI Roerdalen
26. 24 t/m 30 november 1957 LI Roerdalen
27. 28 januari t/m 20 mei 1958 OV Hof van Twente
28. 21 t/m 26 juni 1958 OV Hof van Twente
29. 3 januari t/m 29 december 1959 OV Hof van Twente
30. 6 t/m 10 augustus 1959 OV Hof van Twente
31. 23 t/m 24 augustus 1959 GE Ede
32. 1 november 1959 OV Ommen
33. 13 december 1959 OV Hof van Twente
34. 2 t/m 11 maart 1960 LI Heerlen
35. 5 maart 1960 UT De Bilt
36. 9 maart t/m 23 december 1960 OV Hof van Twente
37. januari 1961 t/m 26 december 1961 OV Hof van Twente
38. 19 maart 1961 UT De Bilt
39. 30 juli 1961 GE Renkum
40. maart t/m mei 1962 OV Hof van Twente
41. 11 april t/m 19 mei 1963 OV Hof van Twente
42. 9 juni 1963 GE Winterswijk
43. 17 t/m 19 januari 1964 LI Heerlen
44. 18 januari 1964 OV Oldenzaal
45. 20 t/m 21 juli 1965 OV Rijssen-Holten
46. 24 juli 1965 OV Hof van Twente
27 augustus 1965 OV Hof van Twente
47. 28 december 1965 OV Hof van Twente
48. 21 mei 1966 GE Apeldoorn
49. 25 juli 1966 LI Heerlen
50. 12 t/m 18 juli 1967 GE Winterswijk
51. 21 september 1967 OV Hof van Twente
52. 22 augustus 1968 LI Roerdalen
53. 7 januari 1969 LI Beekdaelen
54. 30 maart 1969 UT Zeist
55. 1 februari t/m 22 maart 1973 LI Beek
56. 21 juni t/m 7 juli 1973 OV Enschede
57. 20 april 1974 GE Barneveld
17 april 1976 LI Kerkrade
58. 7 mei 1977 OV Oldenzaal
59. 9 oktober 1978 OV Hellendoorn
10 april 1980 NL onbekend
60. 15 maart 1981 LI Beek
61. 2 mei 1981 LI Gulpen-Wittem
9 augustus 1981 NL onbekend
31 januari 1982 NL onbekend
30 april 1982 NL onbekend
7 september 1983 NL onbekend
20 maart 1984 LI Gulpen-Wittem
62. 23 april 1984 LI Roerdalen
63. 1 december 1985 t/m 15 februari 1986 UT Bunnik
3 t/m 5 januari 1989 GE Bennekom
5 maart 1989 UT Veenendaal
18 april 1990 GE Meddo
64. 19 juni 1990 NB Loon op Zand
65. 10 mei 1992 LI Roerdalen
66. 19 februari 1994 LI Vaals
67. 25 februari 1995 NB Bernheze
68. 28 januari t/m 5 april 1996 LI Vaals
69. 11 oktober 1996 LI Echt-Susteren
15 november 1996 LI Susteren
70. 14 december 1996 t/m 8 februari 1997 NB Heeze-Leende
71. 22 december 1996 t/m 21 april 1997 LI Vaals
72. 25 t/m 26 december 1996 GR Westerwolde
73. 1 januari t/m 6 mei 1997 UT Rhenen
74. 23 januari 1997 LI Venlo
75. 16 februari t/m mei 1997 LI Gulpen-Wittem
3 maart 1997 LI Heel
76. 10 maart t/m juni 1997 LI Roerdalen
77. 22 maart 1997 DR Westerveld
78. 30 maart 1997 LI Roerdalen
79. 1 t/m 24 april 1997 LI Vaals
80. 2 april t/m juni 1997 LI Eijsden-Margraten
81. 2 t/m 25 april 1997 LI Gulpen-Wittem
82. 25 april 1997 LI Gulpen-Wittem
83. 3 t/m 19 mei 1997 NH Bloemendaal
84. 1 juni 1997 LI Roerdalen
85. 12 juli 1997 LI Vaals
26 september 1997 LI Maasbree
86. 14 december 1997 t/m 27 februari 1998 OV Enschede
één geval aantal gevallen geclusterd, zoom in voor individuele gevallen
vervolglocatie van een geval geval binnen deze gemeente, hetzij geval niet nauwkeuriger bekend, of kwetsbare plaats

Arnoud B van den Berg · Middelste Bonte Specht · 04-05-1992