Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna

Maskergors 0 · 2 · 2

Emberiza spodocephala  ·  Black-faced Bunting

CDNA beoordeelsoort: ja

Broedt in Siberië, Rusland, noordelijk tot 65°N en westelijk tot West-Mongolië; overwintert in oostelijk China, Korea, Taiwan en westelijk tot in Nepal

De eerste vier gevallen werden gevangen en geringd en betroffen de westelijke nominaat E s spodocephala . De eerste werd vijf weken in een volière gehouden voordat hij op 23 december 1986 werd gefotografeerd en losgelaten. Het betrof na twee vangsten op Fair Isle, Shetland, Schotland, in 1976 en 1981 pas de derde voor het westen van Europa; een wilde herkomst stond daarom aanvankelijk nog ter discussie. In de volgende drie decennia nam het aantal ringvangsten toe. Vermoedelijk door het verborgen gedrag en de problemen bij de determinatie door de gelijkenis met Rietgors E schoeniclus is het een van de soorten die vrijwel alleen op ringstations worden ontdekt. Het vierde geval was een van de eerste voorjaarsgevallen in Europa maar ook daarvan zouden er later meerdere volgen.

Maskergors Peter Spannenburg, Schagen (NH), 7 mei 2011

datum prov / gemeente
1. 16 nov 1986 16 november 1986 ZL Schouwen-Duiveland
12 t/m 14 dec 1991 12 t/m 14 december 1991 FR Pingjum
2. 28 okt 1993 28 oktober 1993 FR Schiermonnikoog
14 t/m 16 jan 1995 14 t/m 16 januari 1995 ZL Veere
3. 18 nov 2007 18 november 2007 NH Castricum
4. 7 mei 2011 7 mei 2011 NH Schagen
9 mei 2011 9 mei 2011 NH Schagen
één geval
aantal gevallen geclusterd, zoom in voor individuele gevallen
vervolglocatie van een geval
geval binnen deze gemeente, hetzij geval niet nauwkeuriger bekend, of kwetsbare plaats
Feedback?