Breedbekstrandloper 14, 23 · 48, 68 · 25
Calidris falcinellus · Broad-billed Sandpiper
CDNA beoordeelsoort: t/m 2002
Broedt in Noord-Scandinavië en in Noord-Siberië, Rusland; overwintert in Zuid-Azië en Oost-Afrika
Aanvaarde gevallen clusterden in twee perioden van het jaar, in mei (vooral tweede en derde decade) en in juli-september. In het voorjaar zijn meermaals groepjes van meerdere (tot acht) exemplaren waargenomen. In het najaar ging het vaker om solitaire vogels, zowel adulte (in juli-augustus) als juveniele (in augustus-september). Het voorkomen in het voorjaar is deels geassocieerd met (noord)oostelijke winden, en onder meer het afzoeken van groepen pleisterende Bontbekplevieren Charadrius hiaticula wil dan nog wel eens een 'Breedbek' opleveren. Die 'Bontbekken' zijn afkomstig uit overwinteringsgebieden langs de kusten van Noordwest- en West-Afrika, en het is denkbaar dat deze Breedbekken deel uitmaken van een kleine fractie Scandinavische broedvogels die ook daar overwintert in plaats van in zuidoostelijke richting. De soort wordt niet meer beoordeeld door de CDNA sinds 1 januari 2003.
