CDNA beoordeelsoort: ja
Nominaat broedt en overwintert in Europa (behalve het zuid-westen) en westelijk Siberië tot in Altai-gebergte; andere ondersoorten komen onder meer voor van Iberisch schiereiland en Noord-Afrika oost tot Iran; van Turkestan oost tot zuidwestelijk China en noordelijk India; in oostelijk Noord-Azië; en in Noord-Amerika.
Op twee na dateerden alle gevallen uit najaar en winter, van eind september tot eind april. De beide gevallen in mei- augustus werden niet fotografisch gedocumenteerd. De 15 gevallen komen uit alle delen van Nederland. In 1978-81 werd de soort ieder jaar gezien. In 2000-16 waren er (slechts) drie gevallen, waaronder één exemplaar dat werd gefotografeerd in juli.
Zeldzame vogels van Nederland [2001]; ABvdBerg [2016]
![]() |
één geval | ![]() |
aantal gevallen geclusterd, zoom in voor individuele gevallen |
![]() |
vervolglocatie van een geval | ![]() |
geval binnen deze gemeente, hetzij geval niet nauwkeuriger bekend, of kwetsbare plaats |