Koningseider 1 · 6, 6-7 · 13

Broedt langs de noordelijke Arctische kusten van Europa, Noord-Amerika en Azië, behalve IJsland en Scandinavië waar mogelijk sporadisch wordt gebroed; overwintert verder zuidelijk tot Noordwest- en Noordoost-Amerika, eilanden ten noorden van Brittannië, IJsland tot Noordoost-Rusland

De soort laat een redelijk constant patroon zien, met uitsluitend gevallen langs de kust. De meeste vogels worden samen met Eiders S mollissima gezien. Soms wordt hetzelfde exemplaar binnen korte tijd verschillende keren op grote afstand van elkaar gelegen plaatsen herontdekt, zoals in de winter van 1981/82 toen een onvolwassen mannetje van december tot in maart de gehele Noordzeekust afzakte, van Texel en IJmuiden, Noord-Holland (met een uitstapje in Katwijk, Zuid-Holland) naar Westkapelle, Zeeland, een afstand van c 210 km. De tweede keer was in 1989-91 toen een mannetje steeds weer opnieuw werd ontdekt in de Friese Waddenzee. Een derde langdurig geval betrof een adult vrouwtje van eind maart 1993 tot eind mei 1995 bij De Cocksdorp, Texel, met lange onderbrekingen in de zomer. Van januari tot april 2018 verbleef een mannetje bij Harlingen en bij Terschelling, Friesland, dat in december 2020 opnieuw bij Harlingen werd gezien. De meeste gevallen betreffen (de makkelijker te herkennen) mannetjes; tot en met 2024 zijn vijf vrouwtjes aanvaard.